Thailand staat bekend om de tropische stranden, kleurrijke markten, indrukwekkende tempels en vriendelijke bevolking. Maar wist je dat Thailand ook verrassend kindvriendelijk is? Het land biedt een perfecte mix van cultuur, avontuur en ontspanning – zelfs als je met een jong kind reist. Wij maakten een rondreis door Thailand met onze zoon van nog geen twee jaar oud. In deze blog delen wij onze route en ervaringen van een onvergetelijke reis. Twijfel je of een verre reis met een jong kind haalbaar is? Of heb je al een reis naar Thailand gepland? Lees verder en ontdek hoe je van Thailand een gezinsavontuur maakt!
Rondreis Thailand met een kind
Met zijn blonde haren trekt ons zoontje veel bekijks in Thailand. Regelmatig krijgt hij een aai over zijn bol of wordt hem wat te eten aangeboden. Tijdens de drie weken durende reis willen geregeld mensen een selfie met hem maken of videobellen met familie om ons zoontje aan hen te laten zien. Hij vindt al die aandacht geweldig! Als er niemand naar hem toe komt, zoekt hij zelf andere kinderen op in een speeltuin, loopt hand in hand met een gids of zwaait vrolijk naar andere mensen in het restaurant.
Maanden na de reis glunderen zijn ogen nog steeds als hij de filmpjes van het olifantenreservaat of de foto’s van de kleurrijke markten terugziet. Deze reis was niet alleen een hoogtepunt voor hem, maar ook voor ons. Overweeg jij ook een reis naar Thailand met een jong kind? Ik zeg: doen! Wij boekten deze reis via Better Places, een organisatie die samenwerkt met lokale reisexperts. Alles werd op maat gemaakt en volledig afgestemd op onze wensen. Wij vertellen je alles over deze bijzondere gezinsvakantie met mijn man en zoontje.

Aankomst in Bangkok
De eerste dag brengen wij rustig door in de buurt van het True Siam Rangnam Hotel. Op een paar minuten lopen ligt een klein stadspark – perfect om te acclimatiseren in de hitte. Vogels tsjirpen in de bomen, al zie je ze niet vaak, een varaan ligt aan de waterkant en glipt snel weg als wij dichterbij komen. Er is een fijne speeltuin, zodat ons zoontje even kan spelen. Hij geniet ervan en maakt meteen vriendjes. Wat meteen opvalt: hoe vriendelijk iedereen hier is, zeker voor kinderen.
Na een duik in het hotelzwembad (boek met kinderen sowieso altijd een hotel met zwembad)* lopen we ‘s avonds naar een food market. Gelukkig heb ik Google Maps gedownload op mijn telefoon, anders zouden we het hotel nooit terugvinden in de wirwar van straatjes en stalletjes met eten en kleding. We lopen een stukje over een oude spoorbaan, ook hier wordt nog gekookt op branders en geïmproviseerde keukentjes. Onze favoriet? Mango sticky rice. En zeker die ook van ons zoontje, Het wordt een gerecht waar we samen tijdens de hele reis van blijven genieten.
Fietsen door Bangkok
De volgende ochtend fietsen we door de drukke straten van Bangkok, het is een fantastische manier om de stad te verkennen. Bij Co van Kessel kun je zelfs met een jong kind op pad: zij zorgen voor een fietsstoeltje. We zigzaggen door de nauwe steegjes van China Town en hebben soms het idee dat we bijna bij mensen het huis binnenfietsen. Flesjes water worden onderweg aangereikt door een vrouw die met haar zoontje voor het huis zit. Bij de Pak Khlong Talat-markt stallen we de fietsen en lopen langs de vele kraampjes.


De gids koopt ondertussen bakjes vol fruit voor de groep zodat iedereen iets kan proeven – ons zoontje krijgt van haar steeds een extra stukje toegestoken. Gebrande appel, pomelo, koekjes van gepofte maïskorrels met karamel. Wij bewonderen ondertussen de Phuang Malai die op de bloemenmarkt verkocht worden, kleurrijke bloemenkransen die als offer worden gebruikt.
We verlaten Chinatown en steken de Chao Phraya rivier over. Iets later parkeren we de fiets bij het boeddhistisch tempelcomplex Wat Prayurawongsawas Worawihan. Waar wij de tempel sereen, maar indrukwekkend vinden, is voor ons zoontje het voeren van de schildpadden bij de tempel een hoogtepunt. Schaterlachend zit hij op zijn hurken naast het water en steekt een stokje met fruit naar de schildpadden.


Grand Palace en Wat Phra Kaew
Nog zo’n must-see als je in Bangkok bent is het Grand Palace, ooit de koninklijke residentie. Op het terrein vind je het tempelcomplex van Wat Phra Kaew, een van de meest heilige plekken in Thailand waar het beroemde beeld van de smaragdgroene Boeddha staat. De architectuur alleen al is magisch, het zonlicht weerkaatst op de tegeltjes. Bij de tempel zelf is het beklemmend warm en druk, we schuifelen voorbij de Boeddha. We zijn blij dat we vroeg op de ochtend hier zijn en we duiken even het museum in, heerlijk in de airco, waar we meer leren over de restauratie van de tempels en gebouwen.
Tip: Op de website van Yvonne van der Laan vind ik altijd handige tips, zoals ook deze blog over Bangkok met kinderen



Songkran vieren in Thailand
Hierna gaan we snel weer de straat op. We zijn precies op het juiste moment in Thailand, nu Songkran wordt gevierd, het traditionele Thaise Nieuwjaar. Songkran wordt ook wel ‘feest van het water’ genoemd. Drie dagen lang verandert het hele land in één groot waterfestijn en gooi je elkaar nat met water als gelukswens. Iedereen, van jong tot oud, doet mee en ook als je in een tuktuk zit word je niet ontzien. Ons zoontje wordt continu betrokken in watergevechten – I think he’s so cute, roept een jongen die met mijn zoontje in een watergevecht verwikkeld is.


Mae Klong Train Market
De volgende ochtend rijden we Bangkok uit, we genieten volop van de laatste dag Songkran, het Thaise nieuwjaarsfestival. Mensen zitten in de laadbak van pick-up trucks, gewapend met waterpistolen of een grote ton water. Langs de weg staan kinderen klaar om voorbijgangers nat te spuiten. Zelfs op de snelwegen staan mensen opgesteld, waardoor de chauffeur soms flink op de rem moet trappen om een waterzuil te ontwijken.
We zijn onderweg naar de bekende Mae Klong Train Market. Souvenirs, fruit, alles ligt hier uitgestald op het spoor. Om twee minuten voor negen wordt er ineens iets omgeroepen. Snel worden de kraampjes aan de kant geschoven, lakens worden over de waar gegooid en toeristen naar de zijkant van het spoor gedirigeerd. “You step over the red line and you’ll die”, wordt er half grappend gezegd. Maar je moet wel echt aan de kant, want we horen getoeter en daar komt de trein de bocht om. Ons zoontje vind het eerst wat spannend, maar kijkt met grote ogen toe hoe de trein langzaam voorbijrijdt en de markt weer opgebouwd wordt. In de auto vertelt hij alles aan zijn knuffel “toet toet”, “wauw” en een hoop gebrabbel.

Floating Market Damnoen Saduak
Redelijk in de buurt ligt ook de Floating Market Damnoen Saduak. Als je de verhalen hoort koop je hier authentieke, lokale delicatessen en souvenirs. Wij weten niet of deze plek de reputatie waar maakt . Het eerste stuk op de boot is leuk, maar al snel valt ons op dat het vooral goedkope souvenirs zijn die je hier vindt, en dat er ook niet het beste fruit wordt verkocht. De verkopers hebben een stok met een haak en trekken de voorbij varende boten naar zich toe, ook als je niets wil kopen. Iets verderop zien we een bord met de mededeling dat je op de foto kunt gaan met een lemur, slang of tijger. De vrouw die erbij staat houdt een grote, witte slang vast. Wereldberoemd, dat kan zo zijn, maar wat ons betreft is dit een plek om over te slaan. Wij reizen door naar het Royal River Kwai Resort*, dat overigens wél een echte aanrader is!


Bridge over the River Kwai
Ontegenzeggelijk een indrukwekkend moment tijdens de reis is het bezoek aan de Bridge over the River Kwai en het bijbehorende oorlogsmuseum. In het museum lezen we meer over de bouw van de 300 kilometer lange spoorbaan. De persoonlijke bezittingen die later zijn opgegraven vertellen de verhalen van de gevangenen die hier leefden, werkten en soms gestorven zijn onder erbarmelijke omstandigheden.
De brug is in 1945 gebombardeerd, nadat meer dan honderdduizend mannen hun leven lieten bij de bouw van de dodenspoorlijn. Velen liggen begraven op de begraafplaats bij het museum, al valt op dat dit vooral de Amerikanen, Australiërs en Nederlanders zijn. De Aziatische gevangenen die hier stierven hebben geen graf of plekje op de officiële begraafplaats gekregen. Voor kleine kinderen is dit museum misschien minder geschikt – we zijn blij dat ons zoontje voorlopig nog even niets begrijpt van de gruwelijke dingen die zich hier hebben afgespeeld- maar het biedt wel een belangrijke kijk op de geschiedenis.

Death Railway
Later nemen we het boemeltreintje over de Death Railway. Deze spoorlijn begint waar de beruchte Birma Spoorlijn ophoudt. We reizen zo’n 30 kilometer met de trein naar Thakilen, en we kregen vooraf al een goede tip van onze gids: “zorg ervoor dat je rechts zit, in de rijrichting van de trein, want dan heb je het beste uitzicht”. En dit klopt helemaal. Met de dieseltrein rijden we tussen de hennepvelden door, de trein passeert kleine gehuchten. Het kaartje dat nog ouderwets geknipt wordt door de conducteur is favoriet bij de kleine, wij genieten vooral van het prachtige uitzicht, zeker wanneer we in de bocht ver vooruit kunnen kijken en de trein op het smalle spoor balanceert.



Overnachten op de River Kwai
Nog onder de indruk van het museum volgen we de loop van de River Kwai. Eerst met de auto, daarna stappen we over op een longboat. Vannacht verblijven we namelijk in drijvende hutten op de rivier*. Het is opletten, met een dreumes die ook het water in wil. Zeker als hij zijn ouders om en om in het water ziet springen om zich door de stroming mee te laten voeren, om bij het laatste hutje weer uit het water te klimmen. Onze kleine waterrat rommelt wat in de tas en komt met zijn eigen zwemvest naar ons toe gelopen. Slim is hij wel, maar we laten hem toch maar niet het water in. Dat bewaren we tot een volgend bezoek, want hier komen we zeker nog eens terug.


Om ons zoontje af te leiden van het water lopen we het bruggetje naar de oever op en wandelen een stuk met hem de natuur in. Tussen de bananenbomen staat een olifant, hij hoort bij het Mon dorp dat wij willen verkennen. Bij de tempel, behoorlijk groot voor de paar hutten die hier zijn, scharrelen twee monniken tussen de tempels en voeren de kippen. Ze lachen en zwaaien, en ons zoontje krijgt rijstkoekjes aangeboden.
’s Avonds eten we uitgebreid op het terras voor de hutten. Met het geklots van water op de achtergrond, zo nu en dan het gekraak van het hout van de hutten, en een cocktail in de hand voelt het als pure rust. Het is een beetje spannend met een klein kind, zo op het water, maar wat een heerlijke plek.


Erawan watervallen
Weer terug aan wal besluiten we dat het een goed idee is om de Erawan watervallen te bezoeken in het Erawan Nationaal Park. Even afkoelen in het water. De watervallen bestaan uit zeven terrassen, elk met kristalhelder water, en een wandelpad kronkelt steeds hoger de berg op. Hoe hoger je komt, hoe rustiger en koeler het wordt en hoe mooier de waterval. Ons zoontje genoot van het water – en van de vissen die speels aan zijn voeten knabbelen.
Wat ons opvalt: om afval in het park te voorkomen mag je na de eerste twee terrassen geen eten meer meenemen. Dit moet je in deposit afgeven. Elke plastic fles die je mee wil nemen moet je laten merken en hiervoor een deposit van twintig baht afgeven, die je na je wandeling weer kunt ophalen. Een heel gedoe, maar het helpt. Na dit punt zien we nergens afval liggen.


Eeuwenoud Ayutthaya
Na een tussenstop in Bang Pa-In, het zomerpaleis dat werd gebruikt door koning Chulalongkorn, Rama V, komen we aan in Ayutthaya. Deze voormalige hoofdstad van Siam (1350–1767) werd door maar liefst 33 koningen gebouwd en staat vol met tempels, paleizen en monumenten. Hoewel de stad in 1767 door de Birmezen werd verwoest, blijft het Ayutthaya Historical Park een indrukwekkende plek. Het staat niet voor niets op de Unesco-Werelderfgoedlijst. Eén van de bekendste gebouwen is de Wat Phra Sri Sanphet, misschien wel de belangrijkste tempel in Ayutthaya.
We zien eekhoorns dartelen tussen de ruïnes en bewonderen de beroemde Boeddha die wordt omarmd door boomwortels. Ayutthaya is magisch, en we hadden hier graag langer willen blijven. Maar de nachttrein naar Chiang Mai wacht.



Met de nachttrein naar Chiang Mai
Omdat we liever geen binnenlandse vluchten nemen, kiezen we voor de nachttrein. Onze zorgen dat het chaotisch zou zijn, blijken onterecht. Bij aankomst op het station zien we op de schermen de verwachte aankomsttijd van onze trein al staan. Precies op tijd, dus we hebben nog tijd om een Pad Thai te eten. Wanneer trein 9 in aankomst is vraagt een conducteur naar de kaartjes en dirigeert iedereen naar het juiste plekje op het perron. De trein stopt precies voor onze neus en binnen een minuut is iedereen ingestapt.
De conducteur helpt ons om de tassen de trein in te tillen en eenmaal in de trein blijkt dat de bedden al zijn opgemaakt. De stewards in de trein zijn dol op ons zoontje. Hij mag mee op ontdekkingstocht door de coupés en kijkt zijn ogen uit. Zelf wanneer hij in bed ligt schuift hij steeds de gordijntjes open om naar buiten te kijken. Er is dan ook genoeg te zien. Bij elk station dat de trein passeert, zien we mensen die nog aan het koken zijn, tot het langzaam overal donker wordt en ook wij gaan slapen.

Wakker worden in Chiang Mai
We worden wakker vlak voor de trein het station van Chiang Mai binnenrijdt. Deze historische stad was onderdeel van het koninkrijk Lanna. Het is een stad vol tempels, merken we al snel. Niet alleen in het centrum van de stad zijn er al 36 te vinden, ook in de omgeving van Chiang Mai stikt het van de tempels (wats).
Chiang Mai is klein, het historische centrum beslaat een goede vierkante kilometer, ons (overigens prachtige) hotel ligt hier midden in*. Na een paar dagen rondstruinen hebben we dus veel van de tempels bezocht. Een ander hoogtepunt van Chiang Mai is China Town, en de grote overdekte markt hier. We kopen gebakken banaan in bananenblad, mangosteen en heerlijke Khanom Buang – Thaise kokospannenkoekjes. En als we naar de kelder lopen snappen we direct waarom overal een weeïge vislucht hangt. Rijen vol met gedroogde vis, die slaan we toch maar over.


Naar het Dak van Thailand
Met een transfer reizen we naar Doi Inthanon, ook wel het Dak van Thailand genoemd, het hoogste punt van het land op 2.565 meter boven zeeniveau. Maar eerst nemen we een kijkje bij de prachtige Wachirathan-waterval, een van de hoogtepunten van het Doi Inthanon Nationaal Park. De dreumes kan heerlijk zelf rondlopen, zo nu en dan aan de hand van de gids.




Ook stopt de chauffeur bij een dorp van de Karen-gemeenschap. We drinken de koffie die hier wordt verbouwd en geroosterd. Want waar hier eerst veel opium werd verbouwd, is dat tegenwoordig koffie. Hoewel het maar een klein dorpje is, de kippen en varkens scharrelen tussen de huizen, is er een school. En jongeren die vertrekken om in de stad te gaan studeren, komen vaak terug naar het dorp om vervolgens als Park Ranger in het nationaal park te werken. Zo blijft het dorp leven.
Op de terugweg naar Chiang Mai bezoeken we nog snel de King and Queen Chedi’s, twee prachtige pagodes die zijn gebouwd ter ere van de voormalige koning en koningin van Thailand. Rondlopend tussen de rododendron in de tuinen rondom de pagodes, hebben we prachtig uitzicht op de vallei beneden ons.
Op zoek naar de olifant
Over een kronkelende weg rijden we een dag later de bergen in, naar de olifantenopvang ChangChill. Het is een bijzondere plek, want ChangChill is een van de weinige écht verantwoorde olifantenopvangcentra in Thailand. Olifanten zwerven door de vallei en samen met een gids gaan we naar ze op zoek. Ons zoontje vindt het geweldig, wanneer hij oog in oog staat met een olifant. Het is van een afstandje, maar nog steeds is hij zwaar onder de indruk. Het is mooi om te zien dat de olifanten hier een goed leven hebben, en het is een van de hoogtepunten van deze reis. Lees een uitgebreide blog over ChangChill op Avontuur op Reis.



Monks Trail
De tempel Wat Phra That Doi Suthep is de bekendste tempel van Chiang Mai, en we besluiten dat we hier ook naartoe willen gaan. Wandelend, wel te verstaan, want je zou over de Monks Trail naar de tempel moeten kunnen lopen – genoemd naar de monniken die deze tocht geregeld maken. En dus gaan we op pad, met ons zoontje in de draagzak. We lopen door het bos en volgen de kleurrijke vlaggen die om de zoveel meter in de bomen hangen. Halverwege de route komen we uit bij Wat Pha Lat. De oude tempel, genesteld in de bergen, is een oase van rust.
Omdat de rest van het pad is afgesloten vanwege de hoge kans op natuurbranden die er momenteel is, en de smog het mooie uitzicht vanaf de tempel Wat Phra That Doi Suthep toch onmogelijk maakt, besluiten we dat Wat Pha Lat voor vandaag de eindbestemming wordt. Dat is niet erg, want dit is misschien wel een van de meest unieke tempels in Chiang Mai.




Koh Chang
Inmiddels hebben we al heel wat van Thailand gezien, alleen nog geen strand. We reizen dus de volle lengte van het traject, van Chiang Mai naar Bangkok, weer terug met de trein. Hierna nemen we een transfer naar het eiland Koh Chang. Het staat ook wel bekend als olifanteneiland (Koh = eiland en Chang= olifant), omdat het eiland de vorm heeft van een olifantenkop.
Resorts liggen hier uitgestrooid over de kustlijn van Koh Chang. De kustweg herbergt volop restaurantjes, 7-Eleven supermarkten en barretjes. Hier eten ik iedere dag, en de groene curry met tofu, Thaise aubergine en Thaise basilicum is favoriet. Op het eiland is het vooral ook tijd voor ontspanning, en dus liggen we een groot deel van de tijd in zee of in het bizar fijne zwembad van het hotel*. Het zwembad is met alle glijbanen populair bij de kinderen, ook die van ons. Voordeel is dat er hierdoor niemand op het strand zit en wij hier dus ook in alle rust kunnen zwemmen. Vanaf het strand hebben we uitzicht op Khlong Prao Beach, en net achter een rots verstopt zit Kai Bae Beach.



Wandeling naar Khlong Phlu Waterval
Koh Chang is bergachtig en ligt in een groen tropisch regenwoud, één van de oudste in Thailand. We besluiten een hike te maken naar de Khlong Phlu Waterval, die relatief dicht bij het resort ligt. We zijn weer echte Nederlanders, en zijn een van de weinigen die naar het nationale park lopen in plaats van een tuktuk te nemen. Oppassen blijft het wel. We hebben een wandelroute gevonden via Komoot, maar wanneer we een bord spotten met de tekst ‘Danger Elephant – Do not enter’ maken we toch maar een omweg. En inderdaad zien we iets verderop olifanten los lopen.

Gelukkig vinden we na wat rondvragen een alternatieve route en lopen we naar de waterval. Het pad kronkelt dwars door het oerwoud. We lopen over trappen in de rotsen, spotten steeds mooie hagedissen en vlinders en ondanks dat de waterval buiten het regenseizoen niet heel indrukwekkend is, draait de fotocamera overuren. Wanneer we een van de informatiebordjes langs het pad proberen te ontcijferen, horen we geritsel boven ons. Ineens valt er iets naast ons op de grond. Of is het gegooid? Tussen de bladeren blijkt een grote groep apen te zitten, ze maken flink lawaai. Mijn zoontje roept net zo hard terug en glundert van oor tot oor. Hier zijn we toch voor naar Thailand gereisd?


Rondreis Thailand met een jong kind?
Doen! Thailand is een ontzettend toegankelijk land, en de Thai zijn gek op kinderen. Ons zoontje werd overal aangesproken, betrokken bij Songkran, kreeg op straat overal eten aangeboden. Hij had de tijd van zijn leven en nog steeds kijken we samen naar filmpjes van de olifanten, de apen, de ritjes door Bangkok. En wijzelf? Natuurlijk is het lastiger om uitgebreid uit eten te gaan en de meerdaagse jungle trekking hebben we bewaard voor een volgende reis. Maar verder? Eigenlijk hebben we de reis niet heel anders gepland dan we zonder kind zouden hebben gedaan. We hebben als gezin steden verkend en door de jungle gelopen, tempels bezocht en wildlife gespot, genoten van streetfood en gedobberd in zee. Dit is een reis die we zo weer zouden maken.


Tips rondreis Thailand met kinderen
- Voorbereiding: ga naar de GGD voor de benodigde vaccinaties en check bij het consultatiebureau of jouw kind bij aanvang van de reis alle vaccinaties van het Rijksvaccinatieprogramma al heeft gehad.
- Wandelwagen en draagzak: een opvouwbare wandelwagen is wel zo handig in het warme klimaat. Gebruik de draagzak alleen voor wandelingen in koelere gebieden.
- Stoelverhoger: een opblaasbare stoelverhoger zoals deze van Bubblebum* is handig en veilig in auto’s en taxi’s, en ook te gebruiken in restaurants.
- Bedtent: kinderbedjes waren niet in alle hotels beschikbaar. Je kunt overwegen een opblaasmatras mee te nemen, of een bedtent die ook beschermt tegen muggen.
- Babyvoeding: luiers en melkpoeder zijn makkelijk verkrijgbaar in 7-Eleven supermarkten, net als pakjes (plantaardige) melk, let wel op het vaak hoge suikergehalte. Potjes babyvoeding zijn niet verkrijgbaar. Neem er een paar mee, wel zo handig mocht je kind geen curry willen eten.
- Streetfood: kies vegetarische opties om risico’s op voedselvergiftiging te verkleinen. Mango sticky rice, kokosnoot, Khanom Buang met banaan en fruitsmoothies zijn kindvriendelijke favorieten.
- Taxi: zien taxichauffeurs je met een kinderwagen lopen? Dan willen ze je waarschijnlijk een hogere ritprijs aansmeren. Maak gebruik van de app Grab, of zorg dat je een taxi vindt die op de meter wil rijden.
- Nachttrein: de nachttrein is comfortabel, zelfs met jonge kinderen. Kies dan wel voor de luxe (maar alsnog heel betaalbare) trein. Deze trein heeft airco en stopcontacten waar je een Europese stekker in kunt steken, en je kunt aan boord eten kopen. Jonge kinderen die bij jou in bed slapen, mogen gratis mee zonder eigen ticket.
Thailand met kinderen? Gewoon doen. Het is een avontuur voor het hele gezin!


Goed om te weten: Dit artikel bevat affiliate links. Wanneer je een product koopt of boeking maakt via een van deze links, ontvangt Cultuur op Reis een kleine commissie zónder extra kosten voor jou.
Wat een fantastisch reis hebben jullie als gezin gemaakt. Goed om te lezen dat Thailand zo kindvriendelijk is en dat jullie zoontje zo genoten heeft. Het klinkt ook allemaal echt heel leuk en de route ziet er afwisselend uit. Ik wil Thailand graag nog eens goed bezoeken, ben zelf alleen op Koh Lipe en Koh Lanta geweest
Wij willen eigenlijk nu al weer terug voor een reis. Het was heerlijk!
Oh, wat is Thailand toch mooi. Het is voor mij alweer bijna tien jaren geleden dat ik het land bezocht, maar ik ga graag eens terug. Wat mooi dat je dit met je zoon hebt mogen doen.
Ja, hij vond het echt geweldig! Een ideale eerste verre reis voor een klein kind.