Zeg Normandië of Bretagne en je zegt oesters. Je koopt ze per half dozijn in de kustplaatsjes aan de baai, bij voorkeur met een glas Chablis erbij. De oesters worden gekweekt op slechts enkele meters de zee in. Wanneer het eb wordt en de zee de oesterbanken prijsgeeft, ga je op oesterexcursie in de baai van de Mont Saint Michel. Met een tractor rijd je over het natte zand en even later sta je op je blote voeten tussen de oesterbanken. Interessant, zelfs voor wie niet van oesters houdt – zoals ik.


Excursies naar oesterkwekerijen in Bretagne
De majestueuze Mont Saint Michel domineert de baai op de grens van Normandië en Bretagne. Waar je ook staat, je hebt altijd zicht op het het eiland dat hoog boven de waterlijn uittorent. Het is dan ook de bekendste bezienswaardigheid in de omgeving. Maar minstens net zo bekend zijn de oesters. In het stadje Cancale, aan de rand van de baai, koop je oesters op de markt. Een kraampje verder bestel je een glas wijn. Je nestelt je op een muurtje en, met in de verte de eilanden Guernsey en Jersey, slurp je de oesters op. De lege schelpen gooi je simpelweg van de muur af, waarna de zee bij vloed de schelpen terugneemt.

Oesterexcursie in de baai van de Mont Saint Michel
Ik ben geen oesterliefhebber. Als vegetariër eet ik geen vlees of vis, laat staan oesters. Mijn man daarentegen maak je er wél blij mee. En onze tweejarige zoon? Die eet ze zeker niet, maar hij is groot fan van tractoren.
Wanneer ik voor mijn tent zit op een camping vlak bij de Mont en op zoek ben naar een leuke activiteit, valt mijn oog op een interessante excursie. Met een tractor (kind blij) naar de oesterbanken (man blij), terwijl je meer leert over de baai en de getijden (ik blij). Ik bestel meteen tickets.
De volgende ochtend meld ik me ons bij het Maison de la baie du Mont-Saint-Michel. In een van de gebouwen bevindt zich een klein museum, La Maison de la Baie Discovery Centre. De naam klinkt veelbelovend, maar het blijkt uit slechts twee kleine ruimtes te bestaan. Toch is het de moeite waard. Aan de muren hangen informatieborden over het kweken van de oesters en mosselen in de baai, naast schoolplaten met de vogels die in de baai leven. Hoewel het museum compact is, krijg je een goed beeld van de baai en de kwekerij. Dat is maar goed ook, want de uitleg die hierna volgt is in het Frans, en ik begrijp slechts flarden.

Oesters kweken
De grote lijnen zijn gelukkig duidelijk: oesterkwekers in de baai van Mont Saint-Michel kweken schelpdieren volgens de getijden en de seizoenen. Cancale-oesters zijn er in twee soorten: de platte oesters, die in diep water worden gekweekt, en de Pacifische oesters, die vlak aan de kust worden gekweekt.
Deze oesters liggen in zakken op verhoogde rekken, ongeveer 80 centimeter boven de zeebodem, en worden regelmatig omgedraaid. Bij eb onthult de zee de oesterbanken, waarna ze geplukt kunnen worden. Het kweken van oesters is relatief duurzaam en draagt zelfs bij aan een betere waterkwaliteit.


Met de tractor naar de oesterbanken
Met een zwaar gebrom komt een mytili-mobile het terrein oprijden: een tractor met een lange aanhanger met zitplaatsen. Ik stap aan boord en langzaam rijden we het wad op. Bij de oesterbanken aangekomen spring ik uit de kar en wandel op blote voeten over het natte zand. Rij na rij liggen de oesters, variërend van piepklein tot zo groot als een hand.
Mijn zoontje heeft het na één modderstap wel gezien. “Wanneer rijdt de tractor verder?” lijkt hij te denken. Twee oudere Franse mannen hebben het duidelijk meer naar hun zin: ze trekken een oestermes tevoorschijn en openen met een brede glimlach de ene na de andere schelp. Voor wie ervan houdt, een echte delicatesse.

In de verte zie ik de Bouchotmosselen, dieper in de baai van Mont-Saint-Michel. Deze mosselen worden gekweekt op hoge palen die bekend staan als ‘bouchots’ en in de zee zijn geplant. Elke paal heeft tussen de 40 en 80 kilo mosselen. De haven van Le Vivier-sur-Mer, waar we nu zijn, heeft maar liefst 45 mosselboeren.
De vloed komt op
Inmiddels begrijp ik waarom er bij de Mont Saint Michel zo vaak wordt gewaarschuwd voor de vloed. Eigenwijze toeristen die zonder gids gaan wadlopen worden regelmatig verrast door het snel opkomende water en moeten van de zandbanken worden gered.
Terwijl ik om me heen kijk, zie ik de zee angstaanjagend snel dichterbij komen. Waar de tractor eerst nog ver van de vloedlijn stond, is er nu nog maar een smalle strook zand voor de tractorbanden. Iedere paar seconden kruipt de zee een meter op. Tegen de tijd dat iedereen de kar is ingestapt, is het water er ook. We rijden snel terug naar het vasteland. Een opgelucht kind, want: eindelijk weer tractor rijden.

Cancale en de oesters
Een excursie naar de oesterbanken is absoluut de moeite waard. Tijdens de tocht over het wad, in de zilte zeelucht, heb je een prachtig uitzicht over de baai en de Mont Saint Michel. Alleen daarom al wil je de excursie meemaken. Onderweg leer je meer over de biodiversiteit van de regio. En als je van oesters houdt, kun je ze na afloop proeven. Bij een kraampje aan de kade, rechtstreeks bij een oesterkweker, proef je wat je onderweg gezien hebt.



Of je rijdt naar de oestermarkt in de haven van La Houle in Cancale. Deze kleine vissershaven is erkend als een ‘Site Remarquable du Goût’, plaats van bijzonder gastronomisch belang. Iedere dag, het hele jaar door, staan hier acht lokale oesterkwekers op de kade. Ze hebben de Cancale-oester, creuse-oesters en bouchot-mosselen. De oesters worden ter plekke vers voor je geopend en je kunt ze eten terwijl je geniet van het uitzicht op de Baai van Mont-Saint-Michel. In een van de overige stalletjes koop je een bijpassende wijn. Een witte wijn, wat ziltig met een lichte mineraliteit past het best bij de oesters. Denk aan een Chablis, Champagne of Muscadet. Het is een absolute must voor oesterliefhebbers. (tip: lees ook mijn blog over een stedentrip Reims en de Champagneregio)
In de regio
Wij boekten een oesterexcursie in de baai van de Mont Saint Michel bij Maison de la baie du Mont-Saint-Michel, dit kostte nog geen 30 euro voor twee volwassenen en een kind. De excursie duurde zo’n twee uur.
Ben je in de buurt, bezoek dan ook de Mont Saint-Michel. De berg zelf is vrij toegankelijk, maar voor de abdij dien je een ticket te kopen. Zorg dan dat je vooraf online een ticket koopt (dat kan via deze website)*. Dan hoef je ter plekke geen ticket meer te kopen en niet in de rij te staan. Ook kun je in de baai een wandeling over de wadden maken. Het wordt afgeraden om hier op eigen houtje te wandelen, dus boek een waddentocht met een gids*.
Zelf verbleven wij in een glampingtent op Camping Haliotis* in Pontorson, direct aan het fietspad dat je naar de Mont Saint-Michel brengt. Je kunt ook overnachten op Mont Saint-Michel, bijvoorbeeld bij Auberge Saint Pierre* dat in een middeleeuws vakwerkhuis is gevestigd, of bij het sfeervolle Les Terrasses Poulard*. ’s Avonds zijn de hordes toeristen weg en lijkt het wel alsof je het eiland helemaal voor jezelf hebt. Overnachten met uitzicht op de Mont kan bij Le Relais Saint Michel*. Iets verder weg ligt Hôtel Ariane & SPA*, in Pontorson.


Goed om te weten: Dit artikel bevat affiliate links. Wanneer je een product koopt of boeking maakt via een van deze links, ontvangt Cultuur op Reis een kleine commissie zónder extra kosten voor jou.
Klinkt als een leuke excursie om te doen. Het proeven zou ik denk ik wel overslaan. Of toch niet, want misschien zit het vooral in mijn hoofd dat het vies is!
Haha ik ben ook geen fan 🙂 Maar sommige mensen vinden het heerlijk.